U kent hem vast nog wel. Kaal hoofd, opvallende stropdas. Nee? Snijdende, ietwat nasale stem? Nee? Homoseksueel, politicus? Nog niet? Ik heb het over Pim Fortuyn. Wie? Pim Fortuyn, maar het feit dat het nauwelijks meer een belletje doet rinkelen zegt genoeg. Hij was de man die de Nederlandse politiek op de kop en de man die het islamvraagstuk op de kaart zette, de man die voor zijn politieke ideeën vermoord is. Hij dus. Pim Fortuyn.
Er komt namelijk een biografie uit over zijn jonge jaren. Geschreven door Leonard Ornstein. Ik ken de goede man niet, maar het schijnt dat hij toegang heeft gekregen tot het privéarchief van Pim in Palazzo di Pietro – een naam zo potsierlijk als zijn voormalig eigenaar – en dat hij dat archief heeft mogen gebruiken om een beschrijving te maken van de jonge jaren van Pim. Datgene waar wij jarenlang naar gezocht hebben en wat altijd verborgen voor ons is gebleven, komt nu eindelijk naar boven! Eindelijk leren wij de man echt kennen die Nederland kon veranderen en heeft veranderd maar helaas het leven ontnomen is. Hem dus. Pim Fortuyn.
Laat ik duidelijk zijn: het is vreselijk dat een man die zo populair was bij het volk om zijn politieke overtuiging het leven heeft moeten laten. Op tweeërlei manieren is dat vreselijk. Allereerst natuurlijk dat hij om zijn overtuigingen is vermoord. In Nederland hebben wij een rechtstaat waarin iedereen voor zijn mening kan en mag uitkomen. Als je het niet met iemand eens bent, dan probeer je diegene te overtuigen van jouw gelijk door woorden, niet door kogels. Zo werkt het principe van gelijk niet.
Ten tweede is het vreselijk dat een man zo populair kon worden bij het volk door een paar loze en ongefundeerde visies op de maatschappij diezelfde maatschappij in te slingeren. Ik was geen fan van de heer Fortuyn. Naar mijn idee misleidde hij het volk dat hij zogenaamd probeerde te helpen. Maar dat is mijn mening en daar ga ik hem niet om doodschieten. Ik gunde de mensen die op hem hadden gestemd de aanblik van het falen van zijn visie op de politiek. Helaas kwam het niet zo ver.
Dat neemt niet weg dat hij erg populair was bij een grote groep mensen. Populair was, want naar mijn idee is de herinnering aan Pim flink vervaagd bij de grote massa. En dus vraag ik mij af waarom er nu een biografie van de jonge jaren van Pim Fortuyn uitkomt. Vooruit, het is dit jaar 10 jaar geleden dat hij is overleden, maar het is op het moment niet echt relevant meer dat er nu zo’n boek komt. Waarom zouden wij nu nog willen weten wat Pim Fortuyn bewoog te doen wat hij deed? De vraag stellen is de vraag beantwoorden.
Een dergelijk werk is wellicht interessant voor historici en voor experts, maar het publiek heeft er, helemaal nu, op zich niet zo veel aan. Misschien krijgen we een inzicht in het waarom van Pims populistische benadering van politiek, iets wat vandaag de dag nog best interessant zou zijn. Maar volgens de heer Ornstein wordt de geschiedenis van Pim in zijn boek verteld door de inhoud van het archief van Pim, grotendeels foto’s en frutsels papier, waarvan ik me afvraag wat voor een verhalen ze herbergen die wij nog niet kennen. Of eventueel interessant zouden vinden.
Maar het boek komt er, natuurlijk. Want ook al zijn we Pim eigenlijk alweer een beetje vergeten, zo’n boek maakt toch weer emoties los waarvan we niet wisten dat ze bestonden. En dus worden wij als consument toch weer meegetrokken in die maalstroom van commercie. Want dat is natuurlijk het hele idee erachter, geld uit de zakken kloppen van goedbedoelende en nietsvermoedende huismannen en –vrouwen. Misschien is dat niet de bedoeling van de heer Ornstein zelf, ik ben bereid te geloven dat hij het boek schrijft als een zoektocht naar de ware Pim. De vraag is dus alleen waarom dat nu moet gebeuren en in hoeverre het iets van een bijdrage kan leveren aan het leren kennen van iemand die al dood is en die al vaak genoeg besproken is. Een man met een kaal hoofd en rare stropdassen. Een homoseksuele politicus die dacht het land te kunnen veranderen. Hij dus. Pim Fortuyn.