Je kan niet meer uitgeven dan je hebt. Een principe dat geldt voor geld, maar evengoed voor energie.
Een aantal jaar geleden kwam ik voor een revalidatietraject bij een ergotherapeut. Zij vertelde mij dat ik per dag maar een bepaalde hoeveelheid energie heb en vroeg mij waar ik die energie aan wilde besteden. Zij gebruikte een geldmetafoor: ik had per dag maar een bepaald bedrag te besteden en iedere activiteit kost ‘geld’. Aan mij de taak om mijn ‘budget’ zo goed mogelijk te beheren en spenderen.
Nu ben ik vrij zuinig. Ik spaar liever een beetje dan dat ik te veel uitgeef en wil niets verspillen. Dat maakt mij erg voorzichtig met het uitgeven van mijn energie. Maar waar wil/moet ik het aan besteden? Ik wil in ieder geval werken, want dat maakt mij zo min mogelijk afhankelijk van anderen. Daar gaat echter wel veel van mijn tegoed aan op en dan blijft er dus maar een beperkt ‘bedrag’ over.
Ik wil om dezelfde reden mijn huishouden zo veel mogelijk zelf regelen. Dit brengt echter wel meer fysieke inspanning met zich mee dan mijn werk, dus dat is ook weer een aanslag op mijn budget, maar er is zelfs hierna nog wel wat tegoed over en dat besteed ik dan ook graag.
Mijn sociale leven is erg belangrijk voor mij. Dat speelt zich vooral af in het weekend, het moment voor mij om uit te rusten. De ontmoetingen vinden echter vooral ’s avonds plaats en duren vaak tot in de nacht. Dit kost weliswaar energie, maar geeft mij ook energie. Uiteindelijk wegen de kosten tegen de baten op, maar ik moet er wel in investeren; als ik geen energie heb, ben ik niet gezellig en levert me het uiteindelijk niets op.
Ook lever ik een bijdrage aan MSweb en MSzien. Dat vind ik belangrijk en doe ik graag. Ook dit geeft me energie, maar dat kost het ook. Op korte termijn is het netto gezien een kleine aanslag op mijn ‘energiebudget’, maar op lange termijn krijg ik er weer energie van.
En dan is er nog mijn comedy waarvoor ik schrijf en waamee ik ook optreed. Dit is vaak in de avonden en die combinatie zorgt ook voor een investering van energie. Hiervoor geldt echter ook dat ik er veel plezier in heb en daar op lange termijn energie van krijg.
De huidige economische situatie toont aan dat je niet meer kan uitgeven dan dat je hebt. Op korte termijn kan je misschien een poosje boven je stand leven, maar op langere termijn word je met je neus op de feiten gedrukt. En dat is één op één te vertalen naar de situatie waarin ik zit met energie uitgeven: mijn budget wordt langzaamaan minder en ik leef boven mijn stand. Dat vraagt om aanpassingen, maar waar ik kan aanpassen, is het nog maar de vraag of ik dat wil en waar ik wilaanpassen is het nog maar de vraag of het kan, om wat voor reden dan ook.
Aangezien niemand weet hoe ik dergelijke zaken het best kan aanpakken en ik het simpelweg niet weet, moet ik experimenteren. De meeste energie geef ik uit aan werken. Ik werk al minder per dag, maar wel een vijf dagen in de week. Mijn eerste stap ligt daar: ik ga een dag in de week minder werken en hoop dat ik daardoor onderaan de streep meer energie heb of krijg om te doen wat ik graag doe en me energie geeft. Dat kost me echter wel inkomsten en dat werpt de vraag op of ik het ene gat niet met het andere opvul.
Fotografie: Maxim Wermuth
24/06/2015