Hoe het is: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Ik krijg problemen met mijn evenwicht en loop slecht na zware inspanning. Ik ga naar de dokter en er wordt MS vastgesteld.
Mijn relatie gaat uit en ik besluit mij breder te oriënteren op de toekomst. Naast een master Oudheidkunde ga ik een master Journalistiek volgen. Na mijn studie vind ik weliswaar geen werk in de oudheidkunde of journalistiek, maar ik schrijf wel voor MSweb en MSzien.
Daarnaast doe ik aan stand-up comedy waarin MS een grote rol speelt. Op mijn 30e ben ik mij nog volop aan het oriënteren op wat ik wil, maar heb ik genoeg ideeën en zin in het leven.
MS bepaalt niet wie ik ben. Ik ben niet wezenlijk veranderd na de diagnose, mijn karakter is hetzelfde, mijn gedrag is hetzelfde en ook mijn uiterlijk is ongewijzigd. En toch bepaalt het wie ik ben.
Na de diagnose heb ik alle keuzes die ik maakte deels laten sturen met in het achterhoofd dat ik ook MS heb en bepaalde dingen dus niet kan. Het heeft mijn bewustzijn en mijn inzicht wel degelijk veranderd. Maar wat nu als ik het niet had gehad?
Wat als: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Na mijn bachelor besef ik dat deze studie weinig uitzicht op een baan geeft, tenzij ik me volledig op mijn studie richt.
Ik solliciteer op een onderzoeksmaster, maar word niet aangenomen. Ik ga een gewone master doen en bijt me daar helemaal in vast. Stukje bij beetje verlies ik mijn vrienden uit het oog. Dan komt er bericht uit Canada: ik kan daar onderzoek gaan doen. Ik verhuis naar Canada en laat alles en iedereen achter. Op mijn 30e ben ik wetenschapper met bescheiden naam, maar moet moeite doen om geld te krijgen voor onderzoek en heb nauwelijks een sociaal leven.
Of wat als: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Na mijn bachelor Oudheidkunde besluit ik in samenspraak met mijn vriendin om van studie te veranderen. Ik schrijf me in voor een rechtenstudie.
Mijn vriendin en ik gaan samenwonen. We vinden een woning in Zeist en niet lang daarna raakt mijn vriendin in verwachting. Het verzorgen van een kind valt ons zwaar en ik verlies plezier in het leven. Dit drijft mij en mijn vriendin uit elkaar. Om toch positieve prikkels te krijgen, begin ik een verhouding met een collega, wat mij en mijn vriendin nog verder uit elkaar drijft. We gaan uit elkaar en de affaire houdt ook geen stand. Op mijn 30e ben ik een gescheiden jurist bij een klein bedrijf en woon ik ver van familie en vrienden.
Of wat als: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Ik besluit het roer radicaal om te gooien. Ik neem een tussenjaar en ga de wereld rondreizen. In Australië volg ik een cursus windsurfen. Op mijn eerste les wordt ik aangevallen door een witte haai en overleef de aanval niet.
Of wat als: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Ik vind het eigenlijk wel prima hoe het gaat en laat me eigenlijk vooral leiden door de leuke dingen in mijn leven: uitgaan, vrienden, feestjes. Hierdoor eindigt mijn relatie.
Ik maak mijn studie af, maar heb geen zicht op wat ik wil. Daardoor ga ik me nog meer richten op de dingen die ik leuk vind, wat leidt tot een alcoholverslaving. Ik heb weliswaar veel vrienden, maar dat zijn slechts oppervlakkige contacten. Door chronisch geldgebrek trek ik weer in bij mijn ouders. Op mijn 30e ben ik werkloos en woon bij mijn ouders.
Dit zijn slechts enkele mogelijke scenario’s en niet toevallig eindigen ze allemaal niet bepaald rooskleurig. Zonder beperking ben je niet automatisch gelukkig en chronisch ziek leidt niet automatisch tot chronisch ongeluk. Door MS ben ik bewust dingen gaan zoeken die mij gelukkig maken. Dát had ik allemaal niet gehad als ik geen MS had gehad.
Fotografie: Maxim Wermuth