Nooit meer bang II

Al eerder schreef ik over mijn voornemen nooit meer bang te zijn (lees het hier: Nooit meer bang). Je kan er echter ook in doorslaan.

blog-160323.marijn33Nieuwe dingen zijn eng en ik begin er dan ook liever niet aan, om wat voor reden dan ook. Voor het nieuwe jaar had ik mij echter voorgenomen mij niet te laten weerhouden door eventuele angsten. Ik vond het een mooi voornemen en vind dat eigenlijk nog steeds. Ik ben er alleen wel achter dat er meer achter zit dan alleen maar ‘nooit meer bang zijn’.

Dit zal ik even uitleggen: ik ben 31, ik heb twee studies afgerond, maar ik heb ook al tien jaar een ‘beperkende factor’ (zonder die factor las u nu dit stukje niet). Ik heb alleen het gevoel dat ik nog maar weinig bereikt heb, professioneel gezien dan. Ik wil iets doen waar ik goed in ben, waarin ik mij kan ontwikkelen en iets dat niet na bepaalde tijd ‘van rechtswege’ eindigt. Ik wil een echte baan.

Coaching leek mij wel wat. Nog steeds trouwens. Ik denk dat ik aardig wat levenservaring heb van waaruit ik ook andere mensen kan helpen, inspireren en motiveren. En ik kwam zowaar een vacature tegen voor coaching. Ik heb direct een motivatiebrief geschreven en de dag erna werd ik al benaderd voor een gesprek. Een motiverend begin. Dag angst! Dacht ik…

Nu moet wel gezegd worden dat de ‘vacature’ eigenlijk meer een uitnodiging voor een cursus was. En daar zou ik voor moeten betalen. “Het zij zo”, dacht ik. Goed, ik kon mij niet helemaal vinden in de methoden die ik zou leren, maar ik hield mij voor dat ik het uiteindelijk met mijn eigen overtuigingen en visie kon rijmen. Ik kon toch niet van tevoren al iets uitsluiten wat mij, ogenschijnlijk, zo leuk leek. Ik zou toch nooit meer bang zijn?

Eerst maar het gesprek. En het gesprek was heel leuk met een hele vriendelijke vrouw. Zij begreep mijn motieven helemaal en zag wel mogelijkheden. Of ik in april al wilde beginnen met de cursus? Daar wilde ik toch nog even over nadenken. Waarom? Ik was toch zo enthousiast? En dit was wat ik wilde, toch? Voordat ik vertrok om er over na te denken, kreeg ik nog een boek mee.

Nu ben ik een man van de wetenschap. Ik wil overtuigd worden met toetsbare feiten. Spiritualiteit vind ik heel mooi voor mensen die daar iets aan hebben, maar ík kan mij er niet toe ‘bekeren’. Nu werd tijdens het gesprek wel duidelijk dat in die cursus bepaalde spirituele methodes naar voren zouden komen. Ik wilde dit alleen heel graag, dus ik zorgde wel dat ik het aan mezelf kon verkopen. Maar toen kwam dat boek…

Daarin stonden theorieën waarin ik mij totaal niet kon vinden. Had ik eerder nog het idee dat ik mijn eigen kennis kon verenigen met deze methode, bij het lezen haakte ik volledig af. Ik kon het niet langer aan mezelf verkopen. Liever bang dan inconsequent.

En dus koos ik ervoor om die cursus niet te doen, hoe graag ik het doel ook wilde halen. Maar coach kan ik altijd nog worden als het echt is wat ik wil, en dan zijn er nog wel andere methoden om dit doel te halen. Een voornemen moet er niet toe leiden dat je jezelf uit het oog verliest.

Fotografie: Maxim Wermuth

Tabula Rasa

Ik geloof niet in goede voornemens; als je iets wilt veranderen, kan dat op ieder moment. Voor mij kwamen alleen wat zaken samen aan het eind van 2015 die ik moet en wil aanpakken. Zijn dat dan ook goede voornemens?

WerkEven een korte schets van de situatie aan het einde van 2015. Ik werk bij KPN als orderbehandelaar in de backoffice. Een baan die mij veel stress brengt en daarom zeer uitputtend is.

Dat resulteerde aan het einde van het jaar, vlak voor Kerst, in een Schub. Tel daar een aantal deadlines en afspraken bij op: paniek en stress alom. U kunt er alles over lezen -of heeft alles al gelezen- in mijn vorige blog hier: http://www.msweb.nl/dagboeken/marijn/2403.

Gelukkig zijn de crises-van-toen afgewend. Tot op zekere hoogte in ieder geval. De deadlines zijn gehaald, de Schub is behandeld met een stootkuur methylprednisolon – een prachtig woord voor galgje – en dat lijkt effect te hebben gehad.

In februari ga ik onder de MRI en een week later heb ik een gesprek met mijn neuroloog over die MRI. Tot die tijd moet ik gewoon een beetje ouderwets geduld hebben, maar de situatie is in ieder geval weer stabiel.

Dan het volgende punt en dat heeft te maken met mijn werk: dat heb ik namelijk niet meer. Het project liep op zijn eind en er was niet genoeg werk meer. Er moest dus afgeschaald worden, een mooi woord voor ‘mensen ontslaan’. Dat vond ik niet per se vervelend, gezien de energie die het mij kostte, maar daardoor valt wel de zekerheid van inkomen weg.

Dit lijkt het goede moment om mijn gesteldheid opnieuw te laten beoordelen. Dat is uiteindelijk voor een goed doel: dat ik iets kan vinden dat bij mij en mijn situatie past en dat ik echt wil. Iets met ‘onafhankelijkheid’ en ‘zelfbeschikking’, maar ook ‘minder werken’, ‘stress vermijden’, dat soort dingen.

Het voelt alleen ook als verlies, dat ik minder kan dan ik zou willen. Anderen spreken dan graag over ‘uitdagingen’. Er is alleen een grens aan wat ik als een ‘uitdaging’ kan benaderen.

Ik heb wel wat ideeën, maar het hoe en wat moet ik nog uitzoeken.

En zo begint 2016 voor mij met een schone lei, een zogenaamde tabula rasa. Nee, ik doe nog steeds niet aan goede voornemens. Alleen kan ik nu, aan het begin van het jaar, wel verder met het invullen en uitwerken van MIJN leven. Dat kun je wellicht ook als een goed voornemen zien. Nu nog één probleem: ik ben goed in dingen bedenken, maar minder in uitvoeren. Misschien had dat een goed voornemen moeten zijn…

Fotografie: Maxim Wermuth

Wat als…

Af en toe spookt die ene vraag door mijn hoofd: wat als ik nu géén MS had gehad? Een zinloze vraag, maar toch: wat als?

Wat alsHoe het is: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Ik krijg problemen met mijn evenwicht en loop slecht na zware inspanning. Ik ga naar de dokter en er wordt MS vastgesteld.

Mijn relatie gaat uit en ik besluit mij breder te oriënteren op de toekomst. Naast een master Oudheidkunde ga ik een master Journalistiek volgen. Na mijn studie vind ik weliswaar geen werk in de oudheidkunde of journalistiek, maar ik schrijf wel voor MSweb en MSzien.

Daarnaast doe ik aan stand-up comedy waarin MS een grote rol speelt. Op mijn 30e ben ik mij nog volop aan het oriënteren op wat ik wil, maar heb ik genoeg ideeën en zin in het leven.

MS bepaalt niet wie ik ben. Ik ben niet wezenlijk veranderd na de diagnose, mijn karakter is hetzelfde, mijn gedrag is hetzelfde en ook mijn uiterlijk is ongewijzigd. En toch bepaalt het wie ik ben.

Na de diagnose heb ik alle keuzes die ik maakte deels laten sturen met in het achterhoofd dat ik ook MS heb en bepaalde dingen dus niet kan. Het heeft mijn bewustzijn en mijn inzicht wel degelijk veranderd. Maar wat nu als ik het niet had gehad?

Wat als: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Na mijn bachelor besef ik dat deze studie weinig uitzicht op een baan geeft, tenzij ik me volledig op mijn studie richt.

Ik solliciteer op een onderzoeksmaster, maar word niet aangenomen. Ik ga een gewone master doen en bijt me daar helemaal in vast. Stukje bij beetje verlies ik mijn vrienden uit het oog. Dan komt er bericht uit Canada: ik kan daar onderzoek gaan doen. Ik verhuis naar Canada en laat alles en iedereen achter. Op mijn 30e ben ik wetenschapper met bescheiden naam, maar moet moeite doen om geld te krijgen voor onderzoek en heb nauwelijks een sociaal leven.

Of wat als: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Na mijn bachelor Oudheidkunde besluit ik in samenspraak met mijn vriendin om van studie te veranderen. Ik schrijf me in voor een rechtenstudie.

Mijn vriendin en ik gaan samenwonen. We vinden een woning in Zeist en niet lang daarna raakt mijn vriendin in verwachting. Het verzorgen van een kind valt ons zwaar en ik verlies plezier in het leven. Dit drijft mij en mijn vriendin uit elkaar. Om toch positieve prikkels te krijgen, begin ik een verhouding met een collega, wat mij en mijn vriendin nog verder uit elkaar drijft. We gaan uit elkaar en de affaire houdt ook geen stand. Op mijn 30e ben ik een gescheiden jurist bij een klein bedrijf en woon ik ver van familie en vrienden.

Of wat als: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Ik besluit het roer radicaal om te gooien. Ik neem een tussenjaar en ga de wereld rondreizen. In Australië volg ik een cursus windsurfen. Op mijn eerste les wordt ik aangevallen door een witte haai en overleef de aanval niet.

Of wat als: ik ben 21, studeer Oudheidkunde en heb een leuke relatie met mijn liefde van de middelbare school. Ik vind het eigenlijk wel prima hoe het gaat en laat me eigenlijk vooral leiden door de leuke dingen in mijn leven: uitgaan, vrienden, feestjes. Hierdoor eindigt mijn relatie.

Ik maak mijn studie af, maar heb geen zicht op wat ik wil. Daardoor ga ik me nog meer richten op de dingen die ik leuk vind, wat leidt tot een alcoholverslaving. Ik heb weliswaar veel vrienden, maar dat zijn slechts oppervlakkige contacten. Door chronisch geldgebrek trek ik weer in bij mijn ouders. Op mijn 30e ben ik werkloos en woon bij mijn ouders.

Dit zijn slechts enkele mogelijke scenario’s en niet toevallig eindigen ze allemaal niet bepaald rooskleurig. Zonder beperking ben je niet automatisch gelukkig en chronisch ziek leidt niet automatisch tot chronisch ongeluk. Door MS ben ik bewust dingen gaan zoeken die mij gelukkig maken. Dát had ik allemaal niet gehad als ik geen MS had gehad.

 

Fotografie: Maxim Wermuth

Toekomstmuziek

De techniek staat voor niets tegenwoordig, al leidt hij soms ook af. Toch kan diezelfde techniek ons ook helpen. Met een handzaam apparaatje staan wij altijd en overal in contact met de rest van de wereld. Tenminste, met de rest van de wereld die op dat moment ook gebruik maakt van hetzelfde handzame apparaatje dat in contact staat met het wereldwijde web. Prachtig.

Mobiel met oproepJe kan zo veel met mobiele telefoons en tablets. Je kan er allerlei programmaatjes of applicaties op installeren waar je handige zaken mee kunt doen. Je kunt er een boek of de krant op lezen. Je kunt er spelletjes op spelen. Er is één probleem: je kan er blijkbaar niet de omgeving mee in de gaten houden.

Het is kwart over acht ’s ochtends. Ik sta te wachten op de metro om naar mijn werk te gaan. Het is een korte trip van 15 tot 20 minuten, maar ik heb al een korte wandeling met enkele hellingen gehad en moet op de plek van bestemming nog wat trappen af, dus is het prettig voor mij om te zitten in de metro. De metro komt en met een zachte puf komt hij tot stilstand. De deuren gaan open en in de stroom met mensen stap ik de metro in.

Ik kijk om me heen, speurend naar een plekje. Het is spitsuur en dus druk. Alle zitplaatsen zijn al bezet met mensen die op hun mobiel of tablet turen. Niemand kijkt op of om. Opeens blijkt een wandelstok de normaalste zaak van de wereld. Ik manoeuvreer mij naar een strategische plaats waar ik steun heb en tegelijkertijd zo veel mogelijk van het metrostel in de gaten kan houden tot er een plek vrijkomt. Een aantal haltes moet ik staan en ik voel mijn benen week worden, maar dan stappen er gelukkig veel mensen uit en komt er plek vrij. Gelukkig, ik kan zitten.

Toegegeven, ook ik maak mij soms schuldig aan gebruik van mijn telefoon op momenten dat het helemaal niet nodig of wenselijk is. Het is dus een beetje hypocriet om daar nu over te oordelen. Maar…dankzij de techniek hoeft dat ook helemaal geen probleem te zijn en kan het zelfs een oplossing bieden. Applicaties of apps schijnen makkelijk te maken te zijn. Misschien niet voor iedereen, maar ik heb me laten vertellen dat het geen hogere wiskunde is. Een neefje of nichtje dat een beetje kan programmeren is alles wat je nodig hebt.

Zou het dan niet mogelijk zijn een programmaatje of app te ontwikkelen dat zorgt dat het mobieltje van iemand met een beperking automatisch een berichtje stuurt naar alle mobiele telefoons in de buurt? Pop-up mededeling: “Ik kan niet lang staan. Wie geeft mij een zitplaats?” Dan is naar je mobiel turen geen excuus om niet op te staan voor iemand die graag wil zitten. Wat hopelijk leidt tot situaties als deze:

Het is kwart over acht ’s ochtends. Ik sta te wachten op de metro om naar mijn werk te gaan. Het is een korte trip van 15 tot 20 minuten, maar ik heb al een korte wandeling met enkele hellingen gehad en moet op de plek van bestemming nog wat trappen af, dus is het prettig om te zitten. De metro komt en met een zachte puf komt hij tot stilstand. De deuren gaan open en in de stroom met mensen stap ik de metro in.

Ik kijk om me heen, speurend naar een plekje. Het is spits en dus druk. Alle zitplaatsen zijn al bezet met mensen die op hun mobiel of tablet turen. Op het moment dat ik het metrostel instap, hoor ik verschillende piepjes en tingeltjes. Hier en daar zie ik een scherm oplichten met de boodschap voor de ontvanger dat ze een nieuw bericht hebben. Verschillende mensen kijken op en zien mij. Een man met kort haar en een stoppelbaard staat op. “Wilt u zitten?” Ik knik vriendelijk naar de man en ga zitten.

Maar dat is misschien toekomstmuziek.

 

Fotografie: Maxim Wermuth