Juni zit erop, de uitdaging met Gisèle waar ik vorige keer over sprak is afgelopen. Het doel was -hoe paradoxaal het ook klinkt-: minder doen, zodat je uiteindelijk meer kan doen. En als dat zou lukken, dan zouden we uit eten gaan.
Hoe simpel het idee van minder vermoeiende activiteiten doen ook klinkt, zo eenvoudig was het nog niet in de praktijk. Sommige dingen ‘moeten’ nu eenmaal, zoals boodschappen doen bijvoorbeeld, en die slokken een kostbare activiteit op, zodat je de rest van de dag blijft zitten met veel ‘losse’ tijd ervoor en erna waarin je eigenlijk niets meer ‘mag’ doen.
Dat lukte ook niet altijd en dan plande ik toch meer activiteiten op één dag. Dag etentje! Zoals verwacht kwam ik mijzelf tegen: na de eerste activiteit zat ik al met een trillend been (bij mij een teken van vermoeidheid) en moest ik nog die andere twee activiteiten doen. Goed, uiteindelijk waren dat maar drie dagen van de 31, maar teruggerekend is dat toch 9,7% van de maand.
De uitdaging voelt na een maand dus niet helemaal bevredigend. Het was niet zozeer de uitkomst die teleurstelde (ik heb niets tegen op lui op de bank hangen op zijn tijd), maar de opgelegde verdeling van de tijd (in deze opzet heb ik vooral veel lui op de bank gehangen, terwijl ik eigenlijk nog iets had willen/kunnen doen). Veel van de energie ging zitten in dingen die ‘moeten’, niet in dingen die ik graag zou ‘willen’.
Gisèle had hetzelfde probleem. Ook zij zou graag haar tijd zo indelen dat er meer ruimte was voor ‘willen’, zonder dat de dingen die ‘moeten’ in de weg zitten. Het maakte haar en mij er wel bewust van dat ‘willen’ minstens zo zwaar weegt als ‘moeten’. Binnen de uitdaging moet je creatief zijn met het indelen van je tijd, maar die kostbare tijd moet niet alleen maar opgaan aan verplichtingen.
Als we de uitdaging wilden voortzetten, moesten we daar dus iets aan doen. Al snel onderkenden wij allebei het belang van ontspannende activiteiten naast inspannende. Een ontspannende activiteit kan ook best buitenshuis plaatsvinden (met vrienden naar de kroeg), net zo goed als een inspannende activiteit binnenshuis kan zijn (schoonmaken). In juli gaan we de activiteiten dan ook zo indelen.
Want ja, deze uitdaging heeft zeker een vervolg nodig. De uitdaging van juni was weliswaar een succes in die zin dat we een beter inzicht hebben gekregen in ons energieverbruik; het bleek ook lastig een prettige tijdsindeling te maken. In juli kijken we of het op deze manier beter gaat. De afgelopen uitdaging hebben we dan ook niet gehaald en, streng als Gisèle en ik voor onszelf zijn, betekende dat ook dat we niet uit eten zijn gegaan om ons succes te vieren.
Dus zijn we maar gaan lunchen.